Trombose is een stolsel in een ader. In de meeste gevallen betreft het een stolsel in een dieper gelegen beenader (zie aderontsteking voor stolsels in ondiepe aderen). Het stolsel verhindert dat het bloed gemakkelijk uit het been terug kan stromen naar het hart.

Het grootste gevaar van een trombose is een longembolie. Dit gebeurt wanneer het stolsel, of een deel ervan, naar de longen schiet. Kleine longembolieën zijn meestal niet dodelijk, maar een groot stolsel kan een acute dood veroorzaken. Een trombose moet dan ook altijd behandeld worden om dit te voorkomen. Een trombose geeft meestal pijnklachten in de kuit, knieholte of andere plaats in het been afhankelijk van de lokalisatie van het stolsel. Daarnaast kan het been licht tot geheel opzwellen. Verder kan het aangedane been paarsblauw verkleuren.

Tijdens uw eerste bezoek zal de fleboloog naar uw klachten vragen en of trombose in de familie voorkomt. Vervolgens wordt met een duplex-onderzoek gekeken of er een stolsel is en zo ja, waar dit stolsel zich bevindt.

Het duplex-onderzoek is een niet-pijnlijk onderzoek (vergelijkbaar met een zwangerschapsecho) waarbij de bloedvaten middels beeld en geluid zichtbaar worden gemaakt.

Trombose wordt altijd behandeld met bloedverdunners en compressietherapie. De bloedverdunners houden het bloed dun, zodat het gevormde stolsel niet verder aan kan groeien en vervolgens losschieten.

Er zijn verschillende bloedverdunners voorhanden en deze zullen in verschillende fases voorgeschreven geworden. In de eerste fases krijgt u bloedverdunners die u dagelijks middels een injectie in de vetlaag van de huid injecteert. Deze verdunnen het bloed direct. Tegelijkertijd begint u met het slikken van bloedverdunnende pillen die hun maximale werking bereiken na één tot twee weken. Op aangeven van de Trombosedienst (deze onderzoekt de dikte van uw bloed) kunt u uiteindelijk met de injecties stoppen. De pillen zult u 3 tot 6 maanden moeten slikken om het bloed dun te houden.

Naast de bloedverdunnende middelen krijgt u compressietherapie. Totdat de zwelling van het been is afgenomen krijgt u een vakkundig aangelegde zwachtel om het been. Tijdens de compressietherapie kunt u gewoon blijven bewegen. Later krijgt u een therapeutische elastische kous die op maat wordt gemaakt. Sommige mensen hebben levenslang therapeutische elastische kousen nodig om complicaties (zoals open been) in de toekomst te voorkomen.